Prikkelverwerking oftewel sensorische informatieverwerking

Prikkelverwerking oftewel sensorische informatieverwerking is het proces van het kunnen opnemen, selecteren en integreren van informatie, die via de zintuigen wordt opgenomen en door het zenuwstelsel wordt verwerkt.

In totaal hebben wij acht zintuigen. De meeste mensen kennen er vijf, namelijk: horen, zien, proeven, ruiken en voelen. Echter zijn proprioceptie (lichaamsgevoel), interceptie (gevoel in de organen bv dorst/honger) en vestibulair (evenwichtszin) ook zintuigen. De ontwikkeling van deze zintuigen begint al in de baarmoeder en gaat na de geboorte verder.

Wat merk jij?

  • Jouw kind heeft vaak woede uitbarstingen en is dan niet voor rede vatbaar

  • Je hoort van school dat jouw kind snel afgeleid is

  • Jouw kind kan niet stil zitten tijdens avondeten of bijvoorbeeld in de kring op school

  • Jouw kind lijkt altijd moe

  • Jouw kind is een moeilijke eter

  • Jouw kind gaat in de klas veel vaker naar de wc dan nodig

  • Jouw kind heeft meer last van verlatingsangst

Wat merkt jouw kind?

  • Ik kan me niet goed concentreren in de klas door geluiden om mij heen

  • Ik ben vaker boos of verdrietig dan ik zou willen

  • Als ik wil gaan slapen, zit mijn hoofd nog vol en kan ik niet in slaap komen

  • Als mijn sokken niet goed zitten, word ik boos

Zintuigen en drempels

Voor ieder zintuig worden er in de hersenen drempels ingeregeld. Deze drempels werken op basis van een continuüm, niet slechts als hoge of lage punten. Deze drempels zorgen ervoor dat we niet horendol worden van alle prikkels om ons heen, de hersenen filteren al een deel van de prikkels uit, niet elke prikkel komt het zenuwstelsel binnen. Wanneer iemand ‘normale’ drempels heeft voor prikkels komt bijvoorbeeld de klok op de achtergrond niet binnen in het zenuwstelsel. Het gehoor registreert uiteraard wel de klok en stuurt deze informatie ook door naar de hersenen, maar omdat het een te lage prikkel is, haalt deze niet de drempel. Een gesprek haalt wel de drempel en wordt wel geregistreerd in het zenuwstelsel en wordt al dan niet actie op ondernomen. Een vrachtwagen die voorbij rijdt haalt zeker de drempel en wordt dan ook geregistreerd als ‘hard’. Hoe deze drempels zijn ingeregeld verschilt dus per zintuig, maar is ook erg persoonlijk. Het inregelen van deze drempels in de hersenen gaat door tot een jaar of 5 à 6 en staat daarna vast en blijft tot in volwassenheid. Het zogenaamde sensorisch profiel heeft vaste vorm gekregen. Ieder mens heeft een specifieke drempelreeks die weerspiegelt hoe zijn/haar hersenen sensorische stimuli of prikkels waarnemen. Als hierna gesproken wordt over ‘kind’, kan dit dus net zo goed over een volwassen persoon gaan, maar in deze vorm is gekozen voor kind vanwege de kinderfysiotherapie.

Naast normale drempels, kan er ook sprake zijn van lage of hoge drempels. Wanneer er sprake is van een lage drempel, komen er meer prikkels in het zenuwstelsel binnen en komen ze harder binnen. De klok op de achtergrond wordt dan dus continu geregistreerd door het zenuwstelsel, omdat deze lage prikkel wel bij een lage drempel binnenkomt. Een gesprek op een normaal volume kan als hard worden ervaren en van een vrachtwagen schrikt iemand erg. Wanneer er sprake is van een hoge drempel komen er relatief weinig prikkels het zenuwstelsel binnen. Een prikkel moet stevig genoeg zijn om de drempel te halen. Het kan zijn dat een kind dan bijvoorbeeld niet reageert wanneer iemand hem/haar aanspreekt, maar het wel hoort/registreert als een vrachtwagen voorbij rijdt.

Bovenstaande principes zijn erop gebaseerd dat een zintuigen goed functioneert, wanneer iemand blind of doof is verandert dat ook de prikkelverwerking in de hersenen.

Passieve strategie

Naast de hoge, lage en normale drempels is er ook sprake van een actieve en een passieve strategie voor het omgaan met prikkels oftewel zelfregulatie. Deze strategieën of manier van reageren ligt ook in de hersenen vast. Er is geen sprake van goed of fout, maar meer van persoonlijke voorkeur. Een passieve strategie wil zeggen dat iemand niet geneigd is om iets aan zijn prikkelverwerking te doen, een actieve strategie wil zeggen dat iemand wel actief prikkels dempt of opzoeken. Door lage en hoge drempels te combineren met passieve en actieve strategie, ontstaan er in totaal vier kwadranten. Hieronder volgt een uitleg over de verschillende kwadranten. Kanttekening hierbij is dat elk zintuig in een ander kwadrant kan vallen, maar de uitleg hieronder is gebaseerd op meerdere of alle zintuigen in hetzelfde kwadrant.

Mocht je meer willen weten over het sensorische profiel van jouw kind, neem dan contact op met Weeda van den Berg fysiopraktijken via 0181-390086 of weedavandenberg.nl/contact

Gebrekkige registratie

Het kwadrant ‘gebrekkige registratie’ staat voor een hoge drempel in combinatie met een passieve strategie. Deze kinderen krijgen dus relatief weinig prikkels binnen, maar gaan vaak niet actief op zoek naar prikkels. Ze merken vaak niet op wat anderen de hele tijd waarnemen. Ze hebben meer sensorische informatie nodig dan anderen; prikkels moeten luider, feller, geuriger en bijvoorbeeld sneller zijn om hun aandacht te krijgen. Kinderen met een profiel overwegend in gebrekkige registratie zijn vaak gemakkelijk in de omgang en kunnen zelfs focussen in een drukke omgeving. Het zijn rustige leerlingen en lijken onverstoorbaar. Aan de andere kant missen deze kinderen vaak informatie zoals bijvoorbeeld een deel van de uitleg van de leerkracht. Dit kan soms tot frustratie leiden. Een fijne eigenschap is dat je deze kinderen overal mee naar toe kunt nemen, ze zijn niet snel van slag. Ze hebben weinig last van prikkels die andere kinderen misschien irritant zouden vinden, zoals labels of muziek op de achtergrond. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze leren veel notities te maken en dingen terug te vragen wanneer ze een opdracht niet begrijpen. Ook zullen ze moeten leren dat ze zelf actief op zoek gaan naar meer prikkels om bij de les te blijven, door bijvoorbeeld hard te stampen, rondjes te draaien of op gekleurd papier te werken. Kinderen met een profiel overwegend in gebrekkige registratie ogen vaak moe, hebben vaak een lage spierspanning, lijken onhandig, lijken ongeïnteresseerd en daardoor is vriendjes maken vaak moeilijk. Helpende algemene adviezen (ga altijd naar een kinderfysiotherapeut gespecialiseerd in sensorische informatieverwerking voor meer informatie als jij problemen ervaart of jouw kind tegen problemen aanloopt):

  • Maak visuele cues meer opvallend: onderstrepen, vet afdrukken of gebruik kleuren;
  • Varieer veel van lichaamshouding;
  • Gebruik lijstjes, geschreven aantekeningen, herinneringen, plakbriefjes, agenda’s, kalenders etc. als aanwijzing;
  • Leer het kind zich door de taak heen te praten zodat hij/zij zich bewust is van alle stappen;
  • Leer het kind te vragen om voorbeelden;
  • Verklein de voorspelbaarheid van bezigheden;
  • Zorg voor levendige achtergrond muziek of zet de TV aan op de achtergrond.

Prikkels zoekend

Het kwadrant ‘prikkelzoekend’ staat voor een hoge drempel in combinatie met een actieve strategie. Deze kinderen krijgen dus relatief weinig prikkels binnen, maar gaan hier wel actief naar op zoek. Kinderen met een profiel overwegend in prikkelzoekend willen altijd meer; meer smaak, meer felle kleuren, hardere muziek, meer textuur en meer en harder bewegen. Het kan niet hard genoeg, het kan niet gek genoeg, het kan altijd nog harder en gekker. Deze kinderen houden van prikkels. Ze zijn vaak nieuwsgieriger dan gemiddeld, kunnen erg genieten van prikkels, durven veel, zorgen voor verassingen en veranderingen, zijn innemend en ondernemend. Het lastige aan deze kinderen is vaak dat ze heel druk zijn en daardoor veel negatieve feedback krijgen (“zit nou eens stil”, bijvoorbeeld). Ze kunnen andere mensen behoorlijk irriteren met hun zoekende gedrag, zijn snel afgeleid, kunnen zich moeilijker focussen en het zoekende, extreme gedrag kan leiden tot gevaarlijke situaties, zoals bijvoorbeeld gevaarlijk hoog klimmen. Dit zijn vaak de kinderen die zich moeilijk kunnen concentreren op school, door de les praten, zitten te wiebelen of ‘in de weer’ zijn, alles willen aanraken of met allerlei voorwerpen aan het spelen zijn, dingen in hun mond stoppen of zich bijvoorbeeld continu laten vallen. ‘Prikkelzoekend’ wordt soms verward met ADHD. Belangrijk voor deze kinderen is dat ze wel voldoende prikkels binnenkrijgen om hun hersenen te voeden, maar tegelijkertijd begrenst worden om te voorkomen dat ze doorslaan. Helpende algemene adviezen (ga altijd naar een kinderfysiotherapeut gespecialiseerd in sensorische informatieverwerking voor meer informatie als jij problemen ervaart of jouw kind tegen problemen aanloopt):

  • Tijdens het (avond)eten staan;
  • Zoveel mogelijk buitenspelen of anderszins in de natuur zijn;
  • Regelmatig ‘ruw’ spel spelen, zoals stoeien of worstelen;
  • Plaats bij aankleden en wassen spullen op verschillende plaatsen, zodat uw kind moet reiken en wijzig regelmatig de volgorde;
  • Verwerk een activiteit in het bedritueel waar schommelen of slingeren in voorkomt;
  • Sta toe dat het kind verschillende voorwerpen vasthoudt met (verschillende) structuur terwijl het werkt;
  • Gebruik (knetter)zeep en/of washandjes met structuur;
  • Selecteer sokken en t-shirt met structuur;
  • Loop zoveel mogelijk op blote voeten, ook buiten waar veilig;
  • Zorg voor activiteiten waarbij anderen worden aangeraakt zoals dansen, masseren of met de omgeving zoals tuinieren of koken.

Gevoeligheid voor prikkels

Het kwadrant ‘gevoeligheid voor prikkels’ staat voor een lage drempel in combinatie met een passieve strategie. Deze kinderen krijgen veel prikkels binnen en ze komen hard binnen. Daarnaast doen deze kinderen door hun passieve strategie weinig moeite om prikkels te dempen of te reguleren, waardoor zij overprikkeld raken. Het klassieke beeld van deze kinderen is dat zij het op school fantastisch doen (rustig en gestructureerd zijn), maar thuis exploderen. Dit kan zich uiten in boos worden, huilen, zichzelf opsluiten, etc. Deze kinderen hebben heel precieze ideeën over wat hard genoeg, fel genoeg of zacht genoeg is. Ze zullen hier vaak opmerkingen over maken en kunnen soms heel bazig/controlerend gedrag laten zien. Doordat deze kinderen snel prikkels om zich heen opmerken, kunnen ze gemakkelijk afgeleid raken. Het mooie aan kinderen met een profiel overwegend in gevoeligheid voor prikkels is dat zij veranderingen vaak opmerken en hier iets over zeggen, dit wordt door andere mensen vaak als heel attent ervaren (bijvoorbeeld: “heeft u nieuwe oorbellen, juf?”). Daarnaast kunnen kinderen door hun (over)gevoeligheid voor prikkels intens genieten van diezelfde prikkels, bv van mooie muziek, lichtinval, een fijne smaak of een fijne tastprikkel. Daarnaast zijn deze kinderen heel gevoelig voor de emoties van anderen, ze merken bijvoorbeeld eerder een verschil in oogopslag of intonatie op. De ervaring leert dat kinderen hier vaak iets mee willen doen (zorgen) en het als heel frustrerend ervaren wanneer dit niet kan. Andere kenmerken van deze kinderen kunnen zijn dat ze snel schrikken, snel van slag zijn, precieze ideeën hebben over kleding, moeilijke eters zijn, erg van structuur houden en dingen graag hetzelfde houden. Helpende algemene adviezen (ga altijd naar een kinderfysiotherapeut gespecialiseerd in sensorische informatieverwerking voor meer informatie als jij problemen ervaart of jouw kind tegen problemen aanloopt):

  • Een (emotie) dagboek kan helpen om de dag te verwerken en deze rustiger af te sluiten;
  • Zoveel mogelijk buitenspelen of anderszins in de natuur zijn, natuur heeft een stressregulerende en ontspannende werking;
  • Gebruik zoveel mogelijk dezelfde rituelen of routines om handelingen voorspelbaar te maken;
  • Beperk de tijd van uitstapjes in publieke (drukke) ruimtes en/of kies een moment waarop het minder druk is;
  • Aanbieden van herstelmomenten. Kinderen brengen dan tijd door in een prikkelvriendelijke ruimte met een zelfgekozen activiteit waarbij er even niets van ze verwacht wordt;
  • Blijf steeds proberen te variëren met eten in heel kleine stapjes en ga hierbij niet over de grens van het kind;
  • Gebruik liever stevige dan zachte aanraking;
  • Draag het kind dicht tegen je aan als er veel mensen in de ruimte zijn;
  • Liggen onder een verzwaarde deken, verzwaringsdeken of in een slaapzak om tot rust te komen. Eventueel kan het kind ingewikkeld worden in een deken of laken zoals bij inbakeren;
  • Ook kan het gebruik van een koptelefoon of dempende oordopjes overwogen worden.

Prikkels vermijdend

Het kwadrant ‘prikkels vermijdend’ staat voor een lage drempel in combinatie met een actieve strategie. Deze kinderen krijgen veel prikkels binnen en ze komen hard binnen, maar in tegenstellig tot kinderen met een profiel overwegend in gevoeligheid voor prikkels, dempen en reguleren deze kinderen wel actief. Zij lopen bijvoorbeeld weg van drukke situaties, houden hun handen voor hun oren of weigeren actief deel te nemen aan een activiteit. Ook deze kinderen houden van orde en routine, ze houden dingen graag hetzelfde. Deze kinderen zijn graag alleen. Verder lijken deze kinderen erg op kinderen met een profiel overwegend in gevoeligheid voor prikkels. Deze twee profielen zijn vaak moeilijker van elkaar te onderscheiden dan ‘prikkels zoekend’ en ‘gebrekkige registratie’. Helpende algemene adviezen (ga altijd naar een kinderfysiotherapeut gespecialiseerd in sensorische informatieverwerking voor meer informatie als jij problemen ervaart of jouw kind tegen problemen aanloopt):

  • Houd de temperatuur constant en aangenaam, zorg dat het niet tocht in de slaapkamer;
  • Neurie een bekende melodie tijdens het omkleden;
  • Gebruik zachte en zoete geuren, het liefst geen luchtverfrisser;
  • Zorg voor zo min mogelijk radio of tv op de achtergrond;
  • Organiseer lades en kasten zoveel mogelijk en houdt de inrichting hetzelfde;
  • De lichamelijke verzorging zoals tandenpoetsen makkelijker maken door een vast liedje te gebruiken om de duur van het tandenpoetsen voorspelbaarder te maken;
  • Beperk de hoeveelheid informatie/stappen die in één keer wordt aangeboden;
  • Werken op een prikkelvriendelijke plek in de klas (visueel rustig ingerichte plek met weinig geluiden);
  • Bied geschreven instructies of afbeeldingen aan om verbale informatie te ondersteunen;
  • Gebruik consequent een vaste houding gedurende het wassen.

Bronvermelding

Dunn, W. (2020). Leven met sensaties (1ste editie). Pearson.

Dunn, W. & Rietman, A. (2013). SP-NL : Sensory Profile, herziene Nederlandse editie (1ste editie). Pearson.