Motorische ontwikkeling van 2-4 jaar

Wanneer een kind 2 jaar oud is, heeft het de vroegmotorische mijlpalen (kruipen, los leren lopen etc.) doorlopen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen grof motorische vaardigheden en fijn motorische vaardigheden. Grof motorische vaardigheden zijn vaardigheden waarbij een groot deel van het lichaam gebruikt wordt, zoals bij rennen of gooien. Fijn motorische vaardigheden betreffen met name de handen danwel vingers. Een fijn motorische taak vraagt vaak veel concentratie en aandacht. In deze leeftijdscategorie leren kinderen voorbereidend schrijven. De meeste kinderen beginnen met het krijgen van interesse in pen en papier en beginnen met krassen. Mocht je meer informatie willen over voorbereidend schrijven, klik dan hier.

Wat merk jij?

  • Jouw kind is onhandig

  • Jouw kind doet langer over het aanleren van motorische vaardigheden, het duurt bijvoorbeeld langer voordat hij/zij leert zichzelf aan te kleden

  • Motorische vaardigheden lijken later doorlopen te worden in vergelijking met andere kinderen

Wat merkt jouw kind?

  • Ik kan nog niet aan-/uitkleden

  • Ik kan nog niet zelf uit de beker drinken of met een lepel eten

  • Ik loop overal tegen aan

  • Ik ben onhandig

Nog een kenmerk van deze leeftijdscategorie is het steeds meer ontdekken van nieuwe vaardigheden, zoals het schoppen van een bal, gooien, springen etc. Kinderen leren bijvoorbeeld eerst ergens vanaf te springen en daarna leren ze pas de hoogte in te gaan vanaf de grond.

Mocht je vragen hebben over of twijfelen aan de motorische ontwikkeling van jouw kind, neem dan contact op met Weeda van den Berg fysiopraktijken voor een afspraak bij de kinderfysiotherapeut.

Tijdens de intake bij de kinderfysiotherapie wordt eerst jouw vraag of probleem besproken en mocht deze de motorische ontwikkeling betreffen, dan kan er de sessie daarop een motoriektest afgenomen worden voor kinderen vanaf 3 jaar. Het betreft dan de Movement ABC-2-NL. Deze test is geschikt voor kinderen van 3 t/m 16 jaar. Hij is opgedeeld in 3 leeftijdsbanden, namelijk: 3-6 jaar, 7-10 jaar en 11-16 jaar. Kinderen doen verschillende opdrachtjes/spelletjes in de subonderdelen handvaardigheid, mikken-vangen en evenwicht. Er komt zowel per subonderdeel een score uit als een totaalscore die iets zegt over de motorische ontwikkeling in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Bij kinderen tussen de 2 en de 3 jaar oud wordt de algehele motorische ontwikkeling beoordeeld of deze past binnen wat er van deze leeftijdscategorie redelijkerwijs verwacht mag worden. Wanneer deze test is afgenomen, neemt de kinderfysiotherapeut na de test of de volgende sessie de uitslag met je door. Mocht hierbij sprake zijn van een achterstand in de motorische ontwikkeling dan kan oefentherapie goed ingezet worden om deze te verbeteren.

Mocht je vragen hebben over of twijfelen aan de motorische ontwikkeling van jouw kind, neem dan contact op met Weeda van den Berg fysiopraktijken voor een afspraak bij de kinderfysiotherapeut.

Bronvermelding

Empelen, R., Hartman, A. & van der Sanden, R. N. (2013). Kinderfysiotherapie. Elsevier Gezondheidszorg.